Zonder respect voor vakbonden kan er geen rechtvaardige transitie zijn!

Version française en bas de page

"Als Europese vakbonden moeten we keihard op die nagel blijven kloppen. Zonder respect voor vakbonden en voor sociaal overleg, kan er van een rechtvaardige transitie geen sprake zijn."

Speech Rohnny Champagne tijdens workshop 'Samen voor een sociaal Europa' op 25/01/24.

Zoals terecht staat geschreven in het ABVV-memorandum, zijn de Europese verkiezingen van 2024 heel erg belangrijk. Ik ga niet herhalen wat vandaag al gezegd geweest is, maar het is duidelijk dat de uitdagingen waarvoor de Europese Unie en haar lidstaten staan, gigantisch zijn: de opmars van extreemrechts, grote geopolitieke verschuivingen, de klimaat- en energietransitie, de uitbouw van een sterke, zelfredzame en duurzame industrie, enzovoort. Voor ons is het in elk geval duidelijk dat een sterk Europa noodzakelijk is om overeind te blijven in een snel veranderende wereld. Het belang van de Europese Unie – om te zorgen voor vrede en welvaart op ons continent – kan niet genoeg benadrukt worden. We hebben daarom nood aan politici – in eigen land en elders – die zich naar Europa richten in plaats van zich ervan af te keren. Maar naast een sterk Europa, hebben we meer dan ooit ook nood aan een sociaal, progressief en democratisch Europa. Alleen zo kunnen we de grote uitdagingen van vandaag op een rechtvaardige en gedragen manier aanpakken. 
Wanneer we spreken over een ‘sociaal en democratisch Europa’ gaat dat natuurlijk over heel veel verschillende dingen. Sta mij toe om op vier punten te focussen die ons als ABVV-Metaal nauw aan het hart liggen. 

Een eerste punt gaat over de belangrijke strijd die de metaalvakbonden in de Scandinavische landen vandaag aan het voeren zijn tegen autobouwer Tesla. Elon Musk – eigenaar van Tesla en de rijkste mens ter wereld – is geen fan van vakbonden. Hij weigert consequent om syndicale vertegenwoordiging toe te laten in Tesla-bedrijven en om collectieve arbeidsovereenkomsten te sluiten. De Zweedse metaalvakbond IF Metall probeert al vijf jaar tevergeefs om voor de werknemers in de Tesla-garages een cao te sluiten over algemene loon- en arbeidsvoorwaarden. Uiteindelijk legden de Tesla-automonteurs spontaan het werk neer. Het is hoopgevend hoe de staking van de automonteurs zeer snel werd gesteund door andere werknemers – van dokwerkers tot postmedewerkers. En door andere landen zoals Denemarken, Finland en Noorwegen. De boodschap van de vakbonden aan Elon Musk is duidelijk: aanvallen op ons sociaal overlegmodel door multinationals zoals Tesla zijn onaanvaardbaar! De Europese Unie zou er ook goed aan doen om dat wat duidelijker en explicieter te stellen: als je hier zaken wilt doen, dan is het op onze voorwaarden en met respect voor de sociale dialoog. Als Europese vakbonden moeten we keihard op die nagel blijven kloppen. Trouwens, omdat Tesla elektrische wagens bouwt, is dit verhaal ook belangrijk in het kader van een sociaal-rechtvaardige transitie naar een klimaatneutrale samenleving. Zonder respect voor vakbonden en voor sociaal overleg, kan er van een rechtvaardige transitie geen sprake zijn. 
 

De voorbije weken was er veel te doen rond de bestelling van 92 elektrische bussen door de Vlaamse openbare vervoersmaatschappij De Lijn. Wij – en velen met ons – vinden dat een slechte zaak. We hebben in Vlaanderen immers met Van Hool en VDL Bus twee fabrieken die ook elektrische bussen kunnen maken. Daar komt nog bij dat Van Hool het economisch moeilijk heeft sinds de corona-crisis en dat er momenteel veel tijdelijke werkloosheid is. Voor alle duidelijkheid: Wij zijn niet tegen het feit dat De Lijn bussen bestelt in het buitenland. Van Hool en VDL Bus krijgen ook regelmatig bestellingen uit het buitenland – twee weken geleden nog vanuit Nederland – en dat is een goede zaak, zeker voor een exportgerichte economie zoals België. Maar de aanschaf van Chinese BYD-bussen is om meerdere redenen problematisch. Er is immers geen gelijk speelveld. De Chinese industrie wordt sterk gesubsidieerd door de overheid. Ze verkopen onder de prijs en accepteren tijdelijk het verlies, maar ondertussen schakelen ze wel de concurrentie uit en trekken ze zich niets aan van sociale en milieucriteria. Dit dossier gaat met andere woorden over de toekomst van onze industrie en dus van onze welvaart. Wij vinden het dan ook zeer terecht dat in het Europese memorandum van het ABVV staat dat de regelgeving voor overheidsopdrachten en overheidsaanbestedingen beter moet en dat er sociale en duurzaamheidscriteria in moeten worden opgenomen. ABVV-Metaal klopt al heel lang op die nagel, dus voor ons is dit een prioriteit.

Een derde belangrijk punt dat ik vandaag toch even wil vermelden gaat over de kwestie van staatsteun. Vandaag zien wij hoe Europese lidstaten in een opbod aan overheidssteun verwikkeld zijn om innovatieve en duurzame industrieën aan te trekken. Dat is natuurlijk goed nieuws voor grote bedrijven die ons tegen elkaar kunnen uitspelen. Umicore heeft nog steeds niet besloten waar ze haar nieuwe Europese batterij-recyclagefabriek zal bouwen. Wij willen uiteraard heel graag dat dit in Vlaanderen gebeurt, maar de Franse president Macron probeert met massale staatsteun die nieuwe fabriek naar Frankrijk te lokken. Idem voor staalbedrijf ArcelorMittal in Duinkerke. De Franse overheid is bereid om maar liefst 850 miljoen euro staatsteun te geven voor de vergroening van de staalfabriek, die in totaal 1,8 miljard euro zal kosten. In Frankrijk wordt die investeringsbeslissing voorgesteld als een overwinning op Duitsland, Spanje en ook België. Ondertussen zijn onze delegees op ArcelorMittal in Gent bezorgd of de aangekondigde klimaatinvesteringen in hun fabriek nog steeds in dezelfde mate zullen doorgaan. Dit alles toont aan dat er dringend werk moet gemaakt worden van een Europees gecoördineerd staatsteunkader, waar lidstaten niet voortdurend tegen elkaar opbieden. Ook dat maakt deel uit van een sociaal Europa.      

Als  laatste punt wil ik het graag nog kort hebben over sociale dumping, wat terecht ook een belangrijk punt is in het memorandum van het ABVV. In onze metaalsectoren krijgen wij daar uiteraard ook mee te maken. Iedereen herinnert zich ongetwijfeld nog de Turkse lassers en pijpfitters die door een malafide onderaannemer uitgebuit werden op een bouwwerf van chemiebedrijf Borealis in de haven van Antwerpen. Een dertigtal van die mensen werd eind vorig jaar trouwens opnieuw – voor de tweede keer – het slachtoffer van sociale dumping door een andere onderaannemer. Zoiets is onbegrijpelijk en onaanvaardbaar. Ook in onze sector van de elektriciens speelt dit fenomeen. In januari 2023 stelde de sociale inspectie illegale tewerkstelling en inbreuken op de arbeidswetgeving vast bij onderaannemers die voor Proximus werken en instaan voor de uitrol van het glasvezelnetwerk. Als metaalvakbond proberen wij ons steentje bij te dragen aan die belangrijke strijd tegen sociale dumping. Gisteren nog – op woensdag 24 januari – hebben vakbonden en werkgevers van de sector metaalbouw een nieuw plan voor eerlijke concurrentie goedgekeurd. Daarin wordt – net zoals in het ABVV-memorandum – gepleit voor volledige operationalisering van de Europese Arbeidsautoriteit (ELA) in 2024. Ons land zal trouwens – als voorzitter van de Europese Unie in de eerste helft van 2024 – een conferentie organiseren over de evaluatie en promotie van de activiteiten van de Europese Arbeidsautoriteit. Wij zullen daar ook aanwezig zijn en zowel onze bekommernissen als de good practices meegeven. De strijd tegen sociale dumping blijft dus een belangrijk strijdpunt. 
Kameraden, ik zou nog veel meer voorbeelden kunnen aanbrengen maar ik ga het hier bij laten. In elk geval is het duidelijk dat er de komende jaren veel werk op de plank ligt om Europa socialer, rechtvaardiger en duurzamer te maken. Sterke vakbonden en linkse, progressieve Europese politici zijn daarbij onontbeerlijk.  

"En tant que syndicats européens, nous devons continuer à enfoncer le clou. Sans respect des syndicats et de la concertation sociale, il ne peut y avoir de transition équitable".

Discours de Rohnny Champagne lors de l'atelier "Ensemble pour une Europe sociale" le 25/01/24.

Comme écrit à juste titre dans le mémorandum de la FGTB, les élections européennes de 2024 seront extrêmement importantes. Je ne vais pas répéter ce qui a déjà été dit aujourd’hui, mais il est évident que les défis qui attendent l’Union européenne et ses États membres sont gigantesques : montée de l’extrême droite, glissements géopolitiques de grande ampleur, transitions climatique et énergétique, mise en place d’une industrie forte, autonome et durable, etc. Pour nous, il est clair, dans tous les cas, que l’Europe doit être forte pour rester debout dans un monde qui évolue si rapidement. On ne soulignera jamais assez l’importance de l’Union européenne pour garantir la paix et la prospérité sur notre continent. C’est pourquoi nous avons besoin de responsables politiques – dans notre propre pays et ailleurs – qui se tournent vers l’Europe plutôt que de lui tourner le dos. Mais outre une Europe forte, nous avons plus que jamais besoin d'une Europe sociale, progressiste et démocratique. Il n’y a que comme cela que nous pourrons relever les grands défis d’aujourd’hui de façon juste. 
Le concept d’une « Europe sociale et démocratique » couvre bien sûr une multitude d’aspects. Permettez-moi de me concentrer sur quatre points qui nous tiennent à cœur en tant que FGTB Métal. 

Un premier point concerne le combat essentiel actuellement mené par les syndicats du métal dans les pays scandinaves contre le constructeur automobile Tesla. Elon Musk – propriétaire de Tesla et homme le plus riche du monde – n’est pas un grand fan de syndicats. Il refuse systématiquement d’autoriser une représentation syndicale dans les entreprises de Tesla et de conclure des conventions collectives de travail. Cela fait déjà cinq ans que le syndicat du métal suédois IF Metall essaie en vain de conclure une CCT pour les travailleurs des garages de Tesla pour des conditions de travail et de rémunération générales. Les monteurs automobiles de chez Tesla ont fini par entrer en grève spontanée. Le soutien dont ils ont très vite bénéficié de la part d’autres travailleurs (des dockers aux collaborateurs du service postal) est porteur d’espoir. D’autres pays comme le Danemark, la Finlande et la Norvège se sont aussi montrés solidaires. Le message des syndicats à l’attention d’Elon Musk est clair : les atteintes à notre modèle de concertation sociale par des multinationales comme Tesla sont inacceptables. Il serait bon également que l’Union européenne se montre un peu plus claire et plus explicite : quiconque veut faire affaire ici doit se plier à nos conditions et respecter le dialogue social. En tant que syndicats européens, nous devons continuer à taper très fort sur ce clou. D’ailleurs, puisque Tesla construit des voitures électriques, toute cette affaire a également son importance dans le cadre d'une transition socialement juste vers une société neutre sur le plan climatique. Il ne peut être question d'une transition juste sans respect pour les syndicats ou la concertation sociale. 
Passons à mon deuxième point. Ces dernières semaines, il y a eu fort à faire avec la commande de 92 bus électriques par la société de transports publics flamande De Lijn. Nous trouvons – et nous sommes loin d’être les seuls – que c’est une mauvaise chose. En effet, avec Van Hool et VDL Bus, nous possédons en Flandre deux usines qui sont également en mesure de produire des bus électriques. Sans compter que Van Hool est en proie à des difficultés économiques depuis la crise Covid et que de nombreux travailleurs sont actuellement au chômage temporaire. Que ce soit bien clair : nous ne sommes pas contre le fait que De Lijn commande des bus à l’étranger. Van Hool et VDL Bus reçoivent aussi régulièrement des commandes émanant de l'étranger (il y a deux semaines encore, une commande des Pays-Bas) et c’est une bonne chose, surtout pour une économie tournée vers l’exportation comme la Belgique. Mais l’acquisition de bus BYD chinois s’avère problématique à plusieurs égards. En effet, les règles du jeu ne sont pas les mêmes. L'industrie chinoise est fortement subventionnée par les pouvoirs publics. Les entreprises cassent les prix et acceptent une perte temporaire, déjouant ainsi toute concurrence sans se préoccuper des critères sociaux et environnementaux. En d’autres termes, ce dossier touche à l’avenir de notre industrie et donc de notre prospérité. Nous trouvons dès lors tout à fait justifié que le mémorandum européen de la FGTB réclame une amélioration de la réglementation des marchés publics et des adjudications publiques et la prise en compte de critères sociaux et de durabilité. La FGTB Métal insiste depuis longtemps sur ce point, qui constitue donc pour nous une priorité.

Un troisième point important que je souhaite aborder aujourd'hui concerne les aides publiques. De nos jours, les États membres européens sont pris dans une surenchère d’aides publiques pour attirer des industries innovantes et durables. Une aubaine, bien sûr, pour les grandes entreprises qui peuvent nous monter les uns contre les autres. Umicore n’a toujours pas décidé où elle allait construire sa nouvelle usine européenne de recyclage de batteries. Bien entendu, nous aimerions que ce soit en Flandre, mais le président français Macron tente d’attirer Umicore vers la France à coups d’aides publiques colossales. Idem pour l’entreprise sidérurgique ArcelorMittal à Dunkerque. Le gouvernement français est prêt à débourser pas moins de 850 millions d’euros d’aide publique pour le verdissement de l’entreprise sidérurgique, qui coûtera au total 1,8 milliard d’euros. En France, cette décision d’investissement est présentée comme une victoire sur l’Allemagne, l’Espagne et la Belgique. Entre-temps, nos délégués d’ArcelorMittal à Gand craignent que les investissements annoncés sur le plan climatique dans leur usine soient pas revus à la baisse. Tout ceci démontre qu’il est urgent de créer un cadre d'aide publique coordonné au niveau européen, au sein duquel les États membres ne seraient pas constamment dans la surenchère. C’est aussi ça, une Europe sociale.      

Enfin, en quatrième lieu, j’aimerais parler brièvement du dumping social qui, à juste titre, constitue également un point majeur dans le mémorandum de la FGTB. Nos secteurs du métal y sont bien sûr aussi confrontés. Tout le monde se souvient sans aucun doute des soudeurs et tuyauteurs turcs qui étaient exploités par un sous-traitant malhonnête sur un chantier de construction de l’entreprise chimique Borealis au port d’Anvers. Une trentaine de ces travailleurs ont d’ailleurs à nouveau – pour la deuxième fois – été victimes de dumping social fin de l’année dernière par un autre sous-traitant. C’est à la fois incompréhensible et inacceptable. Le phénomène est également observé dans notre secteur des électriciens. En janvier 2023, l’inspection sociale a constaté des cas d’occupation illégale et d’infractions à la législation sur le travail chez des sous-traitants travaillant pour Proximus et en charge du déploiement du réseau de fibre de verre. En tant que syndicat du métal, nous essayons de contribuer à cette lutte importante contre le dumping social. Hier encore, mercredi 24 janvier, syndicats et employeurs du secteur de la construction métallique ont approuvé un nouveau plan de concurrence loyale. Ce plan plaide, tout comme le mémorandum de la FGTB, pour que l’Autorité Européenne du Travail (ELA) devienne totalement opérationnelle en 2024. D’ailleurs, notre pays qui est à la présidence de l’Union européenne pour le premier semestre 2024 organisera une conférence sur l'évaluation et la promotion des activités de l’Autorité Européenne du Travail. Nous y répondrons également présent pour parler de nos préoccupations et des bonnes pratiques. La lutte contre le dumping social reste donc un combat essentiel. 

Camarades, je pourrais encore donner bien d’autres exemples, mais je vais en rester là. Il est clair en tout cas qu’il y aura beaucoup de travail au cours des prochaines années si nous voulons rendre l’Europe plus sociale, plus juste et plus durable. Et des syndicats de gauche forts et des responsables politiques progressistes au niveau européen sont pour cela indispensables.