Als zwangere vrouw heb je voor en na je bevalling recht op zwangerschaps- en moederschapsverlof. Je ontvangt tijdens deze periode een moederschapsuitkering van het ziekenfonds. De moederschapsrust duurt voor een werkneemster 15 weken die worden opgesplitst in 2 periodes: 6 weken (8 weken bij een meerling) prenataal verlof en 9 weken postnataal verlof.
Ook vaders en meeouders hebben als werknemer recht op geboorteverlof ongeacht
het arbeidsregime waarin hij/zij is tewerkgesteld (voltijds of deeltijds). Dat is het recht om een aantal dagen van het werk afwezig te zijn naar aanleiding van de geboorte van een kind waarvan de afstamming langs zijn of haar zijde vaststaat. Het geboorteverlof bedraagt 20 dagen. De werkgever betaalt een normaal loon voor de eerste 3 dagen. Het ziekenfonds vergoedt de andere 17 dagen.
Een werknemer die in het kader van adoptie een kind in zijn of haar gezin onthaalt, heeft recht op adoptieverlof. Drie dagen van dit verlof worden betaald door de werkgever, voor de andere dagen ontvang je een uitkering van het ziekenfonds. Sinds 1 januari 2019 bedraagt het adoptieverlof maximaal zes weken. De duur wordt verdubbeld wanneer het kind getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid. De maximale duur van het adoptieverlof wordt sinds 1 januari 2019 om de 2 jaar telkens met 1 week opgetrokken. Dat gaat door tot 2027: dan zal de maximale termijn 11 weken bedragen. De weken die op die manier aan de 6 weken worden toegevoegd, moeten tussen beide adoptieouders worden verdeeld.
Voor werknemers die als pleegouder zijn aangesteld en die een minderjarig kind in hun gezin onthalen in het kader van een langdurige pleegzorg, bestaat een gelijkaardige regeling als voor het adoptieverlof.
Meer weten? Neem hieronder een kijkje bij de veelvoorkomende vragen over moederschaps-, vaderschaps- en adoptieverlof.