Werknemers hebben recht op vier weken betaalde vakantie per jaar. Maar om hiervan te kunnen profiteren, moeten ze in het voorgaande jaar twaalf maanden hebben gewerkt. Voor jonge werknemers die net zijn afgestudeerd, is dat niet haalbaar. Zij hebben nog geen volledig jaar gewerkt en hebben dus minder vakantierechten opgebouwd.
Bijvoorbeeld: als pas afgestudeerde begin je te werken op1 juli 2023. Aan het einde van het jaar heb je zes maanden gewerkt. In 2024 heb je slechts recht op twee (en niet vier) weken betaalde vakantie.
Gelukkig is er jeugdvakantie waardoor jonge werknemers toch vier weken betaalde vakantie kunnen krijgen. Hoe dit systeem precies werkt, leggen we hieronder uit.
Wat is jeugdvakantie?
Jongeren die hun studie beëindigen (of stopzetten), jonger zijn dan 25 jaar en minstens een maand in loondienst hebben gewerkt in het jaar waarin ze hun studie beëindigden, kunnen het jaar daarop naast hun onvolledige vakantierechten ook jeugdvakantie opnemen.
Voor elke dag jongerenvakantie ontvangen ze een vergoeding die gelijk is aan 65 % van hun maximumloon.
Wie heeft recht?
Jeugdvakantie is een recht, geen verplichting voor werknemers (en werkgevers kunnen ze niet weigeren). Om recht te hebben op jongerenvakantie moet je aan de volgende voorwaarden voldoen:
- Op 31 december van het vakantiejaar mag je de leeftijd van 25 jaar nog niet bereikt hebben (het vakantiejaar = het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin je je vakantie opneemt).
- Tijdens het vakantiejaar moet je je studie beëindigd hebben (ook opleidingen die door de VDAB, Actiris, FOREM of ADG als deeltijds verplicht onderwijs erkend zijn).
- Na je studie moet je tijdens het vakantiejaar minstens één maand gewerkt hebben.
Hoeveel dagen kan ik opnemen?
Je hebt recht op maximaal 4 weken, min de gewone vakantie waar je recht op hebt.
Voorbeeld: je hebt in 2021 6 maanden gewerkt. In 2022 heb je dus recht op 2 weken gewone wettelijke vakantie. Je hebt dus nog recht op 2 extra weken jeugdvakantie.
Belangrijk: je moet altijd eerst je gewone vakantie opnemen en jongeren kunnen hun vakantie alleen opnemen als ze betaald werk hebben.
Hoeveel bedraagt de vergoeding?
De vergoeding bedraagt 65 % van je geplafonneerd brutoloon. Op deze vergoeding wordt bedrijfsvoorheffing ingehouden.
Belangrijk: in sommige metaalsectoren ontvang je een aanvullende vergoeding bovenop je uitkering.
Hoe vraag ik een uitkering aan?
Neem eerst al je wettelijke verlofdagen op. Tijdens de eerste maand waarin je een jeugdvakantiedag opneemt, moet je het formulier C103 Jeugdvakantie invullen en indienen bij je ABVV-kantoor.
De betrokken werkgever moet ook een elektronische aangifte doen (aangiftescenario 9). Je krijgt van de werkgever een afdruk, die je mag bewaren maar niet aan het ABVV moet geven. Het ABVV stuurt de aanvraag door naar de RVA, die de uitkeringen betaalt.
Meer informatie nodig?
Bezoek de website van de RVA, ga langs in een van onze kantoren of vraag het aan de vakbondsafgevaardigde van je bedrijf.