Alle werknemers die een opzeggingstermijn presteren, hebben recht op sollicitatieverlof. Van het begin van de opzegging hebben ze het recht om afwezig te blijven om een nieuwe betrekking te zoeken. Dit recht geldt ook wanneer ze zelf ontslag nemen. Aangezien in de wet geen uitzondering voorziet, kunnen ook werknemers die de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt of worden ontslagen met het oog op SWT van sollicitatieverlof gebruik maken. Ook als de werknemer al een nieuwe baan heeft gevonden, blijft het recht op sollicitatieverlof bestaan om hem de kans te geven een baan te vinden die nog beter aan zijn verwachtingen en hoedanigheden beantwoordt.
Deze afwezigheid moet uiteraard worden gebruikt om een betrekking te zoeken en niet voor andere doeleinden. Het is aan de werkgever om te bewijzen dat de werknemer afwezig was met een ander doel.
Op hoeveel sollicitatieverlof heb je recht?
Dat hangt ervan af hoe lang je opzeggingstermijn is. Tijdens de laatste 26 weken van de opzeggingstermijn mag een werknemer een- of tweemaal per week afwezig zijn, voor zover de afwezigheid in totaal niet langer duurt dan een arbeidsdag per week.
Is je opzeggingstermijn langer dan 26 weken, dan mag je gedurende de voorafgaande periode slechts een halve dag per week afwezig zijn.
Evenwel mag de werknemer die een outplacementbegeleiding volgt tijdens de gehele opzeggingstermijn een- of tweemaal per week sollicitatieverlof opnemen, voor zover de werknemer in totaal niet meer dan een arbeidsdag per week afwezig is. Aan deeltijdse werknemers wordt sollicitatieverlof toegekend in verhouding tot hun arbeidsprestaties.
De afwezigheidsdagen worden in overleg tussen werkgever en werknemer gekozen. Bereiken ze geen akkoord, dan mag de werknemer zelf kiezen op welke dagen hij het sollicitatieverlof opneemt. Het recht wordt in principe per week uitgeoefend en mag niet overgedragen worden, tenzij de werkgever akkoord gaat. De afwezigheidsperiode wordt verrekend in de normale arbeidsuren en wordt vergoed alsof de werknemer gewerkt zou hebben.