Op 7 november 2011 was het exact tien jaar geleden dat de Rechtbank van Koophandel te Brussel het faillissement van Sabena uitsprak. Op dat moment werden bijna 7000 Sabena-werknemers onmiddellijk afgedankt, een kleine 1500 bleven aan de slag.
De verantwoordelijkheid lag bij beide aandeelhouders: de Belgische overheid en Swissair
In 1995 sloot Swissair een deal met de toenmalige regering met Jean-Luc Dehaene als Eerste Minister en Elio Di Rupo als Minister van Transport. Die deal hield in dat de regering ermee akkoord was dat Swissair, met 49,5% minderheidsaandeelhouder, de volledige operationele leiding kreeg. De megalomanie van de Zwitsers en de desinteresse van de Belgische bewindslui deden de rest. Swissair kon zijn financiële engagementen niet meer nakomen en luidde in 2001 de doodsklok.
Een sociaal plan voor Sabena-werknemers
In de Belgische sociale geschiedenis was het nog niet voorgekomen dat er na faillissement over een sociaal plan kon onderhandeld worden. Was het uit een soort schuldgevoel dat de regering, als hoofdaandeelhouder van Sabena, dan toch een enveloppe ter beschikking stelde? In ieder geval voorzag het sociaal plan voor bijkomende premies, bovenop de sluitingspremie en de contractuele vergoedingen. ABVV-Metaal verdedigde gelijke premies voor iedereen, ongeacht hun salaris. De andere vakbonden (met Inge Vervotte, toenmalige woordvoerder van het ACV, op kop) verdedigden premies in verhouding tot het salaris. Gelukkig volgde de toenmalige paars-groene regeringsonderhandelaars het ABVV en werd iedereen gelijk behandeld.
Uiteindelijk werden via het Fonds voor Sluiting van de Ondernemingen en dankzij de curator die voldoende actief kon realiseren ook alle andere contractuele vergoedingen (achterstallig loon, verbrekingsvergoeding, vertrekvakantiegeld, …) uitbetaald.
De bruggepensioneerden leden wel financieel verlies. Bij Sabena kregen de bruggepensioneerden een aanvullende vergoeding die hoger lag dan het wettelijk minimum (100 à 200 euro). Het Fonds voor Sluiting van Ondernemingen neemt de betaling van de aanvullende vergoeding wel over, maar begrensd tot het wettelijke minimum. Het resterende gedeelte werd als schuldvordering ingediend. In tegenstelling tot loon en verbrekingsvergoeding waren aanvullende vergoedingen brugpensioen niet bevoorrecht en is er voor de bruggepensioneerden geen dividend uitgekeerd om hun verlies te compenseren.
Dankzij ABVV-Metaal is er inmiddels een wetswijziging gekomen en zijn nu ook de aanvullende vergoedingen brugpensioen bevoorrecht. Jammer genoeg niet met terugwerkende kracht voor de bruggepensioneerden van Sabena.
Had het faillissement van Sabena kunnen vermeden worden ?
Het blijft een open vraag. Volgens experten was Sabena ondergekapitaliseerd. Opeenvolgende regeringen gaven niet thuis. Ze voelden aan dat er – zeker in Vlaanderen - geen draagvlak was bij de bevolking om (nog) meer geld te investeren in Sabena. Er werd dan maar koortsachtig gezocht naar een partner en/of overnemer. De gesprekken van begin de jaren ’90 met onder andere KLM stuitten op een veto van politiek Franstalig België. Zij vreesden dat een aantal door hen aangestelde, vaak Nederlands onkundige, topkaders opzij zouden geschoven worden. Dan maar een alliantie met Air France en het Tsjechische CSA. Deze was geen lang leven beschoren. Ook ontbrak het de Belgische politici aan visie en moed om bijvoorbeeld een volwaardige HST terminal onder de luchthaven van Zaventem te plannen. Ondertussen begon men in Parijs wel met hun HST terminal en werd België voor veel intercontinentale vluchten een wingewest van Frankrijk.
In mei 1995 werd Swissair met trompetgeschal binnengehaald. De bruid oogde betrouwbaar en rijk. Achteraf is gebleken dat ze zich behoorlijk had opgetut en dat de bruidegom zich, verblind door de schijn, had laten rollen… De Belgische overheid bleef wel meerderheidsaandeelhouder, maat liet de operationele leiding over aan de Zwitsers. De Zwitserse leiding leed aan grootheidswaanzin, er werden voor Sabena te veel nieuwe vliegtuigen, op een te korte termijn te betalen, besteld. De Belgische bestuurders in de Raad van Bestuur lieten betijen.
Toen Sabena steeds verder naar de afgrond gleed, drongen wij, als ABVV-Metaal, aan op alternatieve overlevingsscenario’s. Wij werden hierin nooit ten volle gesteund door de andere vakbonden. De christendemocraten van dit land (partij en vakbond), zaten toen in de oppositie en gebruikten het faillissement van Sabena in hun politiek spel tegen paars-groen. Het belang van de werknemers was ondergeschikt.
Laat ons hopen dat het scenario zich niet herhaalt op het moment dat we 10 jaar faillissement van Sabena ‘vieren’ en er ook boven Brussels Airlines donkere wolken opdoemen.