In gesprek met ... Erik De Vriendt.
Nu bijna een kwart eeuw geleden zette ik mijn eerste stappen als ABVV-militant bij Volvo Trucks, een beslissing waar ik tot op heden nog geen seconde spijt heb van gehad. Ondertussen zijn we reeds 25 jaar, een pak ervaring en grijs haar verder en kunnen we niets anders doen dan concluderen dat de arbeidsomstandigheden en het arbeidsbeleid sterk veranderd zijn de voorbije decennia. De huidige mondiale competitiviteit en concurrentiestrijd van multinationals spelen hierbij een grote rol met een steeds groter wordende werkdruk tot gevolg.
Met de huidige politieke situatie en de gevolgen daarvan op sociaal gebied zou ik graag eens een gevoelig punt belichten, namelijk CAO 104 (KB 28.10.2012).
Je begrijpt het inderdaad goed, de luchtbel of lege-doos-cao voor ouder wordende werknemers.
Bij Volvo Group Belgium (Trucks) waren we in het kader van ouder wordende werknemers eigenlijk trendsetters. Jaren geleden al werden er in de productiehal reeds werkposten voorzien voor de 45-plussers onder de werknemers. Vooral voormontagejobs en sommige logistieke activiteiten komen daarvoor in aanmerking. Of die werkposten door de steeds toenemende concurrentie en de daarmee gepaarde arbeidsdruk binnen de vrachtwagensector momenteel nog zo geschikt zijn voor ouder wordende werknemers is echter een ander paar mouwen.
Hedendaags word je als vakbondsafgevaardigde maar al te vaak aangeklampt door werknemers die het slachtoffer zijn van de huidige regeringsmaatregelen met betrekking tot het SWT en die dus verplicht worden enkele jaartjes langer te werken dan ze voorzien hadden. Het psychologisch effect op die mensen is enorm, zeker voor diegenen die vooral fysieke arbeid dienen te verrichten in een systeem van continu verbeteren. Bovendien is de fysieke arbeid tegenwoordig aangevuld met psychologische belasting, De huidige generatie werkgevers willen aan hun werknemers het verantwoordelijkheidsgevoel geven door hen meer zelf controle te doen uitvoeren. Het is eigenlijk heel eenvoudig: bovenop de montageactiviteit mag je nog een hoop formulieren controleren, afstempelen, aftekenen, enz. met als gevolg dat je tegenwoordig na je werkdag niet enkel lichamelijk maar ook geestelijk klaar bent voor de prullenmand.
Wanneer ik deze opmerking krijg van collega's jonger dan veertig jaar, dan hoef ik niet lang na te denken over hoe het gaat gesteld met die collega's van boven de 50 en binnenkort misschien tot 67?
Waar men in politieke kringen het idee haalt "we moeten langer werken" weet ik niet, welke denktanken dit staven evenmin, het enige wat ik wel weet, is dat deze mensen geen realiteitsbesef hebben over wat dagelijkse zware fysieke arbeid inhoudt.
Over de classificatie van zware beroepen kunnen we oneindig discussiëren, welke correcte definiëring is daarvoor voor handen? Wie heeft er objectief zicht op een individu dat een beroep uitoefent? Hoelang kan die persoon fysiek of psychologisch de druk aan eer hij of zij eraan bezwijkt en ziek wordt? Een heleboel vraagtekens, ik weet he. Maar het is wel zeker dat ieder mens uniek is wat intellectuele en fysieke eigenschappen betreft en men zou dus beter moeten weten.
Als voorbeeld kan ik best de arbeidsintensiviteit binnen het bedrijf aanhalen: een werkpost wordt uitgebalanceerd door een ingenieur op basis van afstanden, gewicht, grootte te monteren stukken, hoeveelheid, enz. aan de hand van een internationaal geijkt formule. Natuurlijk is die berekening van tel voor iedereen en door het voortdurende streven naar continu verbeteren worden de tijden scherper en scherper. Je zal maar tot je 65e meedraaien?
Wanneer ik mijn ervaring uit de sportwereld eens ga vergelijken met de huidige arbeidsmarkt, kom ik tot een onthutsende conclusie: werken wordt steeds meer een topsportactiviteit met alle complicaties die daarbij horen.
Laat ons eens de huidige werkende mens bestuderen. We kunnen de actieve bevolking in mijn ogen in twee grote groepen indelen, een groep die psychische arbeid verricht, dus veelal mensen met een hogere opleiding en een groep die vooral fysieke arbeid verricht, veelal mensen die niet over de nodige diploma's beschikken en ook veel ouderen die na hun middelbaar of zelfs vroeger op de arbeidsmarkt zijn gekomen.
Bij de eerste groep bevinden diegenen zich die aanvoelen dat we langer kunnen werken en het SWT en de landingsbanen maar moeten afgeschaft worden. Eigenlijk een logisch denken wanneer men enkel in de eigen winkel kijkt.
Mijn ervaring in sport coaching heeft me echter geleerd dat een mannelijke atleet rond zijn 28e levensjaar op zijn maximaal fysiek vermogen zit, voor de dames ligt dit iets later, zo rond de 33. Vrij vertaald vanaf die leeftijd ga je fysiek inleveren, ook al verschilt dit van individu tot individu. We concluderen dus dat we op ons vijftigste geen twintig meer zijn in fysieke activiteiten en na inspanning meer recuperatie nodig hebben. Iemand die dagelijks aan een bandsysteem werkt, zal dit nooit tegenspreken.
Wat de psychische arbeid echter betreft, ga je met ouder worden wel beter worden, je beschikt over meer ervaring en gaat daardoor de zaken ook anders bekijken. Je wordt wijzer met ouder worden, het is dus mogelijk om langer je job uit te oefenen en zelfs je competenties uit te breiden.
Maar wat mij de laatste jaren het meest frustreert, is de onderwaardering van de oudere arbeidersklasse, men vergeet dat velen van hem niet over die veelal vereiste diploma's beschikken maar wel over een pak werk en levens ervaring. Dat men nu juist deze mensen nu met alle mogelijke middelen aan het werk wil houden wijst er op dat men ergens een tweetal decennia geleden het onderwijs een foutje heeft gemaakt.
Als men van de ervaring van deze oudere werknemers maximaal gebruik wil maken, zou het een stuk beter zijn om de landingsbanen te koppelen aan een opleidingsplan voor werklozen (veelal jongeren en schoolverlaters). Zij beschikken dan meestal wel over de nodige diploma's, maar missen de praktijkervaring waar menig werkgever naar op zoek is. Het zou zeer interessant mochten de werkgeversorganisaties daar eens werk van maken gedurende enkele jaren. In plaats van de oudere werknemers te pesten. De jongeren zijn de toekomst: zij moeten hun theoretische kennis koppelen aan de ervaring en praktische kennis van de oudere werknemers.
Even een ludieke opmerking van een oudere werkleider een tijdje terug: "Men zou terug willen werken op de manier van vroeger, maar ze vinden het niet meer terug op hun PC." of "Af en toe vindt men het wiel terug uit." Grappig!
We gaan onze economie niet uit het slop halen door iedereen te laten werken tot het einde van zijn of haar dagen. Een beetje respect voor de oudere werknemers en hun ervaring is best op zijn plaats. Er moeten verdorie jobs gecreëerd worden in plaats van steeds meer te doen met steeds minder werknemers. We moeten werklozen uit hun sociaal isolement halen, niet door een jacht op hen te openen en te schorsen enz. Nee we moeten ze de kans bieden om te werken en te laten meelopen met iemand die in landingsbaan wil, enkel en alleen zo zal er geen werkervaring verloren gaan.
Kameraden, we gaan nog een harde strijd moeten aangaan om datgene dat we de laatste maanden door deze regering zijn kwijtgespeeld en waar we jaren voor gestreden hebben terug te winnen.
Erik De Vriendt
Delegee Volvo Trucks Gent