In gesprek met... Isabelle Van Hiel
Nu “den arbeider” ook zijn zoon of dochter naar de universiteit kan sturen, is het tijd om weer wat drempels op te werpen, financiële deze keer.
Commotie in onderwijsland. Econoom Erwin Ooghe (KULeuven) publiceerde een studie die moet aantonen dat het eerlijker zou zijn als studenten een deel van hun studies zouden terugbetalen. Studeren zou in ons land te goedkoop zijn, althans voor de student.
De econoom vindt dat in vergelijking met het buitenland de overheid teveel bijpast. De manier waarop dat gebeurt vindt hij “fundamenteel oneerlijk”. Wat is daar nu oneerlijk aan, vraagt u zich misschien af. Wel, volgens de econoom, is het oneerlijk dat iedere belastingbetaler moet bijdragen. De positieve effecten van hoger onderwijs zouden te klein zijn om deze bijdrage te verantwoorden. Hoger onderwijs resulteert in voordelen voor de hoger geschoolden, zoals een hoger loon en een betere fysieke en mentale gezondheid. De positieve effecten voor de maatschappij als geheel zouden echter verwaarloosbaar zijn. Daardoor zijn ze onvoldoende groot om de hoge subsidies te verantwoorden.
Denk nu niet dat de econoom asociaal is. Hij meent het heel goed; zijn maatregel is net ten gunste van de lagere inkomen. Zo stelt hij het in elk geval voor. Ooghe schrijft immers: “In de praktijk zien we dat de lagere inkomens betalen voor hoger onderwijs en de hogere inkomens ontvangen dankzij hoger onderwijs.” Om de balans te herstellen, stelt de econoom voor om een studiebijdrage te innen. Afgestudeerden moeten daarbij na hun studies een gedeelte van de studiekost terugbetalen. Mits enkele correcties. Zo hoeft wie niets verdient, ook niets terug te betalen. De andere uiteraard wel, al kan hierbij rekening worden gehouden met de hoogte van het inkomen.
Ooghe spiegelt zich daarbij o.a. aan Nederland waar al een studielening bestaat. De econoom gaat er gemakshalve aan voorbij dat deze al enige tijd onder vuur ligt. Sinds de hervorming van het systeem in 2015 is de schuldenlast van pas afgestudeerden alleen maar opgelopen. In 2017 ging het om 11,2 miljard euro aan verschuldigde studiegelden. Ruim 775.000 studenten leenden bij de overheid om hun studie te bekostigen. Gemiddeld ging het om 13.500 euro per student In 2016 konden 100.000 afgestudeerden hun schuld niet terug betalen. Voor hen werd de betalingstermijn recent verlengd, tot 35 jaar, zodat ze tot hun pensioen kunnen afbetalen.
Studentenorganisaties waarschuwen ook voor de impact die de studielening heeft op de mogelijkheden om een hypotheeklening te kunnen afsluiten. Doordat banken de studieschuld mee in rekening brengen, kunnen afgestudeerden minder lenen voor een huis.
Nog verontrustender is dat sinds de invoering van de lening de instroom van studenten in het hoger onderwijs zichtbaar is afgenomen. Uit cijfers van het Nederlandse ministerie van onderwijs blijkt dat het aantal studenten dat zich in 2015 inschreef voor een opleiding in het hoger onderwijs met 6,8 % is gedaald in vergelijking met 2014. Daarbij viel op dat vooral kinderen van laaggeschoolde ouders zich minder inschreven. Bij kinderen van laaggeschoolde ouders ging het om een vermindering met maar liefst 15 %.
De verklaring hiervoor is niet ver te zoeken. Meer dan kinderen van hogergeschoolde ouders die zich voornamelijk bevinden in de betere inkomensgroepen, zouden kinderen van laaggeschoolde ouders afgeschrikt worden door het vooruitzicht van een hoge schuldenlast.
Laat u dus niets aanpraten. Dit is geen voorstel waar u beter van wordt. De hidden agenda is overduidelijk. Het bedreigt de democratisering van het hoger onderwijs en het is uw zoon of dochter die de rekening zal betalen.
Isabelle Van Hiel
Adviseur ABVV-Metaal
Andere blogs van Isabelle
Ze zijn er weer ... de kamperende ouders