In gesprek met ... Jurgen Masure.
Eind 2015 was het groot klimaatfeest. De wereld sloot een fameus klimaatakkoord af, het verdrag van Parijs. Ongezien in het recente wereldgebeuren. Het klimaat leek gered. Iedereen gelukkig naar huis. Maar, wat blijkt nu, de klimaatdoelen die tijdens de klimaattop in Parijs zijn afgesproken, vragen echter om een drastische aanpassing van onze economie en uitstoot van broeikasgassen. En het is net bij dat laatste dat een klimaatversnelling hoger getrapt mag worden. Wat nu?
Met het verdrag van Parijs poneert de wereld de opwarming van de aarde te houden tot ruim onder de 2 graden Celsius. Nog meer, ze willen zelf de opwarming beperken tot 1,5 graden Celsius beperken. Aan ambitie geen gebrek. Het was alleszins een belangrijke stap om de aanhoudende klimaatverandering binnen de perken te houden.
De COP21 was daarnaast een diplomatieke overwinning, het was een tour de force waarbij 186 partijen hun INDC’s in aanloop naar Parijs bekendmaakte. IND-wat? INDC’s (Intended Nationally Determined Contribution) zijn beloftes die participerende landen maakten omtrent het terugdringen van hun toekomstige CO2-uitstoot. Deze zijn dus heel belangrijk.
Een voorbeeld misschien. De Europese Unie zal in 2030 de uitstoot met 40 procent verminderd hebben ten opzichte van 1990. Zeggen ze. De Climate Action Tracker , een online wetenschappelijke tool die een oogje inzake klimaatbeloftes in het zeil houdt, beoordeelde dit als een middelmatige belofte. Het nodige.
Hoeveel is genoeg?
Hoe dan ook, onlangs verscheen in het wereldbefaamde tijdschrift Nature een studie die de “goede bedoelingen” in het verdrag toch wat op de helling zet. Met andere woorden: de te leveren nationale inspanningen, die fameuze INDC’s dus, voldoen niet. Het is niet genoeg. Indien alle deelnemende landen zich (hopelijk) al aan hun afspraken houden, dan nog loopt de temperatuur deze eeuw op tot boven de 2 graden Celsius.
Want kijk. De termijn van de INDC’s gaan tot 2030. Dat wil dus zeggen dat ze binnen 14 jaar aflopen. Daareneboven worden ze om de 5 jaar herbekeken, en mits nodig, geheroriënteerd. Er zijn drie dingen die kunnen gebeuren, voorspellen waarnemers : of het vertraagt, of we kabbelen rustig verder, of er wordt een tandje bijgestoken.
Pompen of verzuipen
Nu, over dat eerste (vertragen) kunnen we kort zijn: dat is een no-go. Vertraagt de boel, dan kunnen we alles beter lekker opdoeken. Goed, dat wil zeggen dat we twee mogelijkheden hebben: óf we doen verder aan dit tempo, óf we steken met z’n allen een stevig tandje bij. Het blijkt dat “verder doen” óók niet genoeg is. Worden de beloofde INDC’s uitgevoerd, dan zal de temperatuur mogelijk stijgen tot tussen 2,6 graden en 3,1 graden Celsius.
Wat dan als we er stevig voor gaan na 2030? Dit blijkt het ideale scenario. We moeten landen ertoe kunnen aanzetten om nóg minder broeikasgassen uit te stoten. Het lijkt de enige manier. Maar, net daar stuiten we op een gigantisch structureel probleem: het voorziene budget. Men berekende dat de voorziene budgetten tegen 2030 doorgejaagd zijn.
Dat niet alleen, onze huidige producten en productiewijzen voldoen (nog steeds) niet aan de vraag naar een koolstofarme economie. Hoog tijd voor enorme des-investeringen en zoeken naar waardige alternatieven opdat we er samen uitgeraken. Alleen gaat het niet lukken.
Wat te doen
Is hernieuwbare energie de heilige graal in deze klimaatqueeste? Dit is steeds een zeer moeilijk debat. We merken echter wel dat de infrastructuur inzake duurzame alternatieven stilaan uitbreidt. Dat valt enkel toe te juichen. Overheden investeren hoe langer hoe meer in deze energiekanalen, meer en meer adviezen strekken zich hoe we die omslag kunnen maken . Ook andere sectoren, zoals de lucht- en scheepvaartsector, worden best opgenomen in de INDC-berekeningen.
Maar het moet meer zijn. Het moet verankerd zijn. Zonder een duidelijke, stabiele langetermijnvisie en –aanpak op beleidsmatig niveau geraken we nergens – en laat het net dat zijn waarin onze overheden niet bepaald in uitblinken. Toch mogen we de hoop niet opgeven.
Want het is nu dat het moet gebeuren. Niet na 2030 en niet door een volgende generatie.
De toekomst is aan ons.
Jurgen Masure
Projectmedewerker sociale actie Linx+/Vlaams ABVV
Meer info? Surf naar www.klimaatkameraad.be.
Meer blogs van Jurgen?
Wat de leeuwenkoning te maken heeft met de kringloopeconomie
Een brief aan de voorzitter van de klimaatconferentie in Parijs